HONDENSCHOOL  HAGAARDBOS


Agility

 

Algemeen

Agility is een sport waarbij de geleider de hond zodanig moet leiden dat deze hindernissen in een vooraf bepaalde volgorde, op een correcte wijze en binnen een zo kort mogelijke tijd neemt. Vooraleer men kan aanvangen met het agilityprogramma moeten hond en geleider kunnen aantonen dat ze een aanvaardbaar niveau bereikt hebben in het gehoorzaamheidsprogramma. De hond moet voldoende onder appel staan zonder leiband. Een hond moet ook de leeftijd van 15 maanden bereikt hebben om deel te nemen aan de lessen omdat de hond volledig volgroeid moet zijn.
Indien aan deze voorwaarde voldaan is, (wordt bepaald door het afnemen van een toelatingstest) kan er worden deelgenomen aan de cursus agility, welke op dinsdag en donderdag of op zondag wordt gegeven. Voorlopig is er maar 1 agility groep, voor zowel mini-, medium- als maxi-honden.


Richtlijnen

Vooraleer men iets nieuw aanleert aan de hond, zal men deze steeds aanlijnen aan een vaste lijn, géén slipketting of dergelijke. Dit omdat wanneer de hond van een toestel zou vallen, deze dan niet gewurgd wordt.

Een volledige omloop zal in het begin overmoedig zijn. Men gaat de hond één voor één kennis laten maken met de verschillende toestellen. Er zal meteen gewerkt worden met de hond aan beide kanten van de geleider. Dit is dus volledig anders dan in het gehoorzaamheidsprogramma waar de hond slechts aan één zijde mag blijven.

Hoe een oefening uitvoeren ?
Het bevel dient met de stem en met het lichaam gegeven te worden. Een oefening dient steeds met vol enthousiasme uitgevoerd te worden, zodat de hond dit niet als een ééntonig iets zal ervaren. Is de oefening met succes uitgevoerd, héél goed belonen met de stem, een héél goede knuffel of snoep. Het moet een spel blijven!
 

 

Toestellen


De Horde
Een hoogtesprong wordt aangeleerd door de hond over de horde naar de geleider te laten roepen. In het begin gebeurt dit aangelijnd zodat de controle over de hond niet verloren gaat. Het aanleren verloopt ook op een speelse manier en waar toepasselijk, wordt de hond beloond. Hierbij moet worden opgelet voor de hoogte van het toestel. De lat moet zo laag mogelijk liggen zodat de hond er moeiteloos over kan springen. Wanneer tenslotte de controle voldoende blijkt, wordt de leiband verder weggelaten.
De hond moet ook zowel langs de linkse als de rechtse kant van de geleider de sprongen leren nemen. Vanaf het ogenblik dat men begint met de hond vooruit te sturen wordt ook het gebaar (handsignaal), dat samen met het mondeling bevel gegeven wordt, ingevoerd.

De band

Bij het aanleren van de band gebruiken wij dezelfde methode als bij de hoogtesprong, nl. de hond “oproepen” door het toestel. Vooreerst wordt de band zo laag mogelijk opgehangen zodat de hond er bijna door kan stappen. Wij willen hier immers, op de eerste plaats, de hond er slechts van overtuigen dat hij niets te vrezen heeft, hem dus vertrouwen bijbrengen. De hond wordt in "zit" voor het toestel geplaatst maar zodanig zelfs dat zijn hoofd bijna door de band steekt. De geleider legt het uiteinde van de leiband door de hoepel en neemt deze aan de andere kant terug vast. Daarna zoekt de geleider oogcontact met de hond en roept deze door de band bij zich.

Na enkele succesvolle pogingen moet het bevel dat nabij deze hindernis gebruikt wordt er telkens bijgegeven worden en mag de leiband weggelaten worden. Ook gaat de geleider nu de hond zowel langs links als langs rechts verlaten.

Een goede voorbereiding op de volgende stap (door de band sturen) is ook hier een ”speeltje” gebruiken en dit wegwerpen op het moment dat de hond door de band naar de geleider toekomt.  De laatste stap is de hond door de band sturen, terwijl de geleider aan dezelfde kant blijft.


 

De tunnel

De hond wordt aan de ingang gebracht voor een korte tunnel. De hond is aangelijnd en de geleider legt de leiband in de tunnel, neemt het uiteinde van de leiband weer vast en zorgt ervoor dat de hond hem goed door de tunnel kan zien. Oogcontact met de hond is belangrijk, dan laat hij de hond naar zich toekomen. Wanneer de hond door de tunnel naar de geleider komt, wordt hij flink beloond.

 De tunnel is voor de meeste honden, wanneer ze er een of twee keer zijn doorgegaan, geen probleem. In tegendeel, gewoonlijk vinden ze de tunnel zo prettig dat ze dit toestel zelfs ongevraagd willen lopen. Voor vele geleiders is dit dan ook plezierig want hier laat hun hond eens zien hoe slim hij eigenlijk wel is. Maar  deze honden laten niet echt zien hoe slim ze wel zijn maar iedere keer dat hen toegelaten wordt om een toestel te nemen zonder dat dit gevraagd wordt, leren ze wel dat het toegestaan wordt om hun “eigen gangetje te gaan”.


Na enkele succesvolle pogingen is de hond klaar om bovenstaande instructies onaangelijnd uit te voeren. Wanneer ook dit weer zonder problemen verloopt is men klaar voor de volgende stap, nl. de tunnel verlengen. Een hulpmiddel is weer het “ speeltje” dat de geleider werpt op het ogenblik dat de hond uit de tunnel gaat verschijnen.


De slurf

Dit is een soort tunnel met aan het uiteinde een stuk stof waar de hond zijn weg in moet zoeken. Nadat de hond de gewone tunnel werd aangeleerd is dit toestel, over het algemeen, niet zo moeilijk. Het wordt dan ook op dezelfde manier aangeleerd als de gewone tunnel. Aangezien de hond nu reeds het principe begrijpt, zal hij snel doorhebben wat er van hem wordt verlangd.

Bij aanvang ken men de stof best inkorten. Verder volgt net dezelfde procedure als bij de gewone tunnel maar in het begin moet de geleider de uitgang open houden zodat dit voor de hond een gewone tunnel lijkt.

De muur

Dit toestel is eigenlijk niet meer dan een hoogtesprong. Indien de hond voldoende routine heeft op de hoogtesprong zal ook dit toestel niet veel problemen met zich meebrengen.

De vertesprong

Dit is een hindernis die wordt samengesteld uit licht hellende, achter elkaar opgestelde elementen (2 tot 5). De hond mag niet schuin in- of uitspringen, naast het toestel lopen of wandelen over het toestel. Een element omver springen, een poot op de grond zetten tussen de elementen of steunen op een van de elementen, is ook een fout. De hond mag een onderdeel wel licht aanraken.

We leren dit toestel wederom aan zoals een hoogstesprong. Eventueel kan een lat in het midden boven deze vertesprong worden gehouden zodat de hond voldoende ver leert springen.

 

 

 

De slalom of wave
Hierbij is het de bedoeling dat de hond slalomt tussen de paaltjes terwijl de geleider, er naast, rechtdoor loopt. In tegenstelling tot de andere toestellen, die relatief snel aan te leren zijn, is de slalom een toestel dat het geduld van de hond en de geleider op de proef zal stellen. Toch is juist “geduld” hier de sleutel tot succes!

 

 

De tafel

Hierbij is het de bedoeling dat de hond op de tafel springt en hier 5 seconden op blijft. De houding waarin hij op de tafel blijft maakt niet uit. De hond mag slechts op de tafel springen langs de voorkant of de zijkanten. Wanneer hij langs de achterkant op de tafel springt, zal dit als fout aanzien worden.
Om het dit toestel aan te leren neemt de geleider plaats aan de tegenovergestelde zijde van de tafel en leunt daarbij voorover om de afstand tussen hem en de hond nog wat te verkleinen en gelijktijdig te proberen om de hond te beïnvloeden om niet naast de tafel te springen.

De kortste weg naar de baas is nu over de tafel. De geleider roept de hond op en van zodra deze boven op de tafel is, wordt hij flink beloond. In combinatie met bovenvermelde methodes kan natuurlijk ook hier gebruik worden gemaakt van het speeltje om de hond op de tafel te lokken.
 

 

Toestellen met raakvlakken:

Raakvlakken zijn de gekleurde vlakken op een toestel. Het is de bedoeling dat de hond deze vlakken met minstens 1 poot aanraakt bij het nemen van de toestellen. Het aanleren van de toestellen met raakvlakken doet men best in deze volgorde : dakschutting, hondenloop, wip.

 

De dakschutting of kappel

Vele honden, dewelke voor de allereerste keer kennis maken met dit toestel, zijn wel even onder de indruk van deze hindernis, hetgeen eigenlijk logisch is. Bekijkt men het vanuit het oogpunt van de hond, dan kan men zich wel voorstellen dat deze hindernis wel hoog en onoverkomelijk lijkt. (De hond weet ook nog niet dat er aan de andere kant van dit toestel een weg naar beneden is). Nochtans is gebleken dat bij het merendeel van de honden, na slechts één of twee pogingen, hun bezorgdheid voor dit toestel verdwijnt.

Bij aanleren van dit toestel loopt de geleider met de hond naar het toestel. Hij leidt dan de hond met de leiband over het toestel.  De geleiders dienen er op te letten dat de leiband nergens blijft haken terwijl de hond over het hoogste gedeelte van dit toestel gaat. De hond wordt helemaal naar beneden gebracht waarna een flinke beloning volgt.

 

De brug of kattenloop

Bij de eerste pogingen over de hondenloop zal de bezorgdheid van de hond zich toespitsen op het feit dat hij, net als bij de dakschutting, geen uitweg ziet. Anderzijds zal zijn aandacht ook vooral gericht worden op de smalle planken. Hoofdzaak is dus ook weer hier om de hond vertrouwen bij te brengen.

Bij een eerste poging wordt de hond door de geleider aangemoedigd, eventueel met een speeltje of een snoepje, om verder dit toestel op te gaan. De eerste pogingen worden ondernomen in wandelpas en er is geen enkele noodzaak om deze aan een hogere snelheid te ondernemen. Wordt eventueel snoep bij deze oefening gebruikt dan wordt dit aan de hond gegeven wanneer deze op het raakvlak is.

 

De wip

Hierbij is het enkel een kwestie om de hond te laten gewennen aan deze beweging. De hond wordt ook hier weer aangemoedigd om op de hindernis te gaan met een speeltje of een snoepje. Op de plaats waar de hond de wip doet kantelen wordt hij gestopt (bevel/gebaar) zodat hij, vanaf het begin, leert wachten tot het toestel gekanteld is.

Wanneer de wip volledig gekanteld is wordt de hond verder naar beneden geleid en na het verlaten van het toestel wordt nog enkele meters rechtdoor gegaan om vervolgens flink te belonen. Bij het gebruik van snoep wordt dit ook nu weer gegeven wanneer de hond op het raakvlak is.

 
  home
  over ons
  klassen en uren
  clicker-methode
  gehoorzaamheid
  wedstrijden
  agility
  agenda
  foto's
  contact
  links
   

 

 

Hondenschool Hagaardbos - Terrein Breerijke - Overijse - Tel: 02 / 767. 13.83 - info@hondenschoolhagaardbos.be

 

Webdesign Echoweb